POV verrast door verscherpt toezicht varkenshouders
Donderdag 20 september 2018
Als aanleiding stelt de minister dat in de rundersector onregelmatigheden zijn geconstateerd en dat in overleg met deze sector verbeteringen voor het I&R-systeem voor runderen zijn verkend. POV-voorzitter Ingrid Jansen: “Het is onduidelijk waarom de minister het verscherpte toezicht wil doortrekken naar de varkenssector, dat vermeldt het plan niet. De POV is niets bekend van geconstateerde onregelmatigheden en de minister heeft hierover ook niet met de POV gesproken, bovendien is ons geen andere noodzaak bekend om verscherpt toezicht in te voeren.”
De POV gaat dan ook niet akkoord met het wijzigingsvoorstel van de minister.
Boetes niet in redelijke verhouding
De minister heeft een lijst opgesteld van mogelijke overtredingen en een gewicht toegekend aan de ernst van de overtreding. Per overtreding gaat het om boetes tussen 500 en 1.500 euro. Jansen: “Het boetebedrag staat geregeld niet in redelijke verhouding tot het te dienen doel. Een relatief kleine vergissing, die verder geen consequenties heeft voor het doel dat wordt nagestreefd, kan tot een boete van 1.500 euro leiden. Een varkenshouder die bijvoorbeeld op de vierde in plaats van de derde werkdag de varkens aanmeldt, kan een boete tegemoet zien van 1.500 euro, ook als de vertraging (deels) te wijten is aan een storing van het I&R-programma."
Jansen zou graag een motivering zien van de minister waarom zij hier op deze wijze mee wil omgaan. Die motivering wordt nu niet gegeven. “Waar geen belangen worden geschonden, is een boete van 1500 euro niet te rechtvaardigen en helemaal niet als de fout ook nog buiten de varkenshouder ligt”, aldus Jansen.
Onzorgvuldige voorbereiding
De POV vindt dat de concept-regeling onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende gemotiveerd is. Te gemakkelijk worden zaken uit de rundveehouderij gekopieerd naar de varkenshouderij, terwijl zaken in deze sector soms echt anders geregeld zijn. “Wanneer de concept-regeling zonder wijzigingen wordt vastgesteld, dan sluit de POV niet uit dat delen van de regeling door de bestuursrechter onverbindend worden verklaard omdat die in strijd zijn met algemene rechtsbeginselen. Uit de regeling blijkt immers niet of de belangen van varkenshouders zijn meegewogen, en zo ja, welk gewicht er aan hun belangen is toegekend”, stelt Jansen. “Verder is er met ons geen enkele vorm van inspraak of overleg geweest, terwijl de rundersector wel gekend is bij de totstandkoming. Dit is in strijd met het verbod op willekeur.”
De conceptregelingen van het ministerie van LNV en de reactie erop van de POV zijn te downloaden op de website www.pov.nl