ME-AT lanceert oer-Hollandse plantaardige vleesvervangers

ME-AT the Alternative, een dochteronderneming van Vion, introduceert plantaardige vleesvervangers op basis van proteïnen uit Nederlandse veldbonen. De meeste producenten van plantaardige vleesvervangers gebruiken uit Zuid- of Noord-Amerika geïmporteerde soja als proteïnebron. ME-AT kiest als eerste bedrijf in de branche voor een lokale aanpak en start de teelt van veldbonen voor eiwitproteïne in Nederland. “Consumenten hebben veel aandacht voor plantaardige vleesvervangers van lokale herkomst”, stelt directeur Willem Cranenbroek van ME-AT.
 
Sinds september 2021 gebruikt ME-AT de eiwitopbrengst van de eerste 30 hectare veldbonen voor de productie van onder meer hamburgers op plantaardige basis. Dit jaar is de productie uitgebreid tot 60 hectare. In de schappen wordt al expliciet de lokale herkomst van de grondstoffen van onder andere de hamburgers vermeld. Oorspronkelijk waren alleen Nederlandse boeren betrokken bij het project, maar ME-AT the Alternative werkt momenteel ook aan overeenkomstige modellen met Duitse en Belgische retailers en bijbehorende boeren.
 
Duurzame levensmiddelen
Veldbonen, ook wel fababonen genoemd, hebben een lange geschiedenis in de landbouw en bevatten vergeleken met andere peulvruchten de meeste eiwitten per hectare. Bovendien halen de planten stikstof uit de lucht en dragen ze bij aan extra biodiversiteit op de akkers. ME-AT zet de proteïnen uit veldbonen om in een zogenoemd ‘getextureerd plantaardig eiwit (TVP)'. Dit is een essentiële stap voor succes. Deze heeft namelijk grote invloed op hoe een product aanvoelt in de mond. Cranenbroek: “Dit 'mondgevoel' bepaalt het genot dat je voelt als je iets proeft en zorgt dan ook voor een groot deel voor de waardering die de consument aan het product geeft.” aldus Willem Cranenbroek.

Lees meer hierover in de eerstvolgende uitgave van vaktijdschrift Meat & Co, die in juni verschijnt.